boum

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boum. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boum, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boum in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boum is hier. De definitie van het woord boum zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboum, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

boum

  1. boem

boum m

  1. (spreektaal) knalsucces
    «Son nouvel album a fait un boum
    Zijn nieuwe album was een knaller. [1]

boum v

  1. (spreektaal) fuif, (dans)feest
    «On est allés en boum, mais c'était nul.»
    We zijn naar een feestje gegaan, maar het was niks. [1]


boum

  1. genitief meervoud van bōs


  • IPA: /ˈbɒʊm/ (Etsbergs)

boum m

  1. boom
  2. struik