bouwbond

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwbond. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwbond, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwbond in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwbond is hier. De definitie van het woord bouwbond zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwbond, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bouw·bond
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwbond bouwbonden
verkleinwoord

de bouwbondm

  1. (economie) vakbond van bouwvakkers
     FNV Bouw zou de tegenstanders aan een meerderheid kunnen helpen. Het is in omvang de vierde bond van de FNV en is goed voor 10 procent van de stemmen. De bouwbond zal vandaag ook een standpunt bekend maken. Deze bond heeft geen referendum gehouden, maar de achterban om reacties gevraagd.[1]
     Larsson vertelde me dat de bouwbond, een van de grootste vakbonden van het land, er zelfs van beschuldigd werd zich racistisch te gedragen. De bond controleerde op de bouwplaatsen of daar werkende allochtonen een werkvergunning hebben. Zo niet dan werden ze aangeven en werd ervoor gezorgd dat ze ontslagen werden.[2]


  1. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron “Vakbonden beslissen over pensioenakkoord” (Vrijdag 9 september 2011, 09:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2022 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Larsson had miljoenen goed kunnen gebruiken voor Expo” (Zondag 11 april 2010, 15:45), NOS