bouwplaats

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwplaats. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwplaats, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwplaats in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwplaats is hier. De definitie van het woord bouwplaats zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwplaats, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
bouwplaats Groningen
  • bouw·plaats
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwplaats bouwplaatsen
verkleinwoord

de bouwplaatsv / m

  1. (bouwkunde) een plaats waar mensen iets bouwen
    • In China zijn ten minste 67 mensen omgekomen op de bouwplaats van een energiecentrale toen een bouwsteiger instortte. Het ongeluk gebeurde donderdag in Fengcheng, in de oostelijke provincie Jiangxi. Vijf bouwvakkers zijn opgenomen in het ziekenhuis, een persoon is nog vermist. [2] 
    • Twee jaar geleden liep Dirk (roepnaam: Dik) Wessels zelf rond op een bouwplaats in Ede, bij de oplevering van een prefab-huis van zijn bouwbedrijf VolkerWessels.[3] 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Bas Tooms 24 november 2016
  3. Tubantia 21 november 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be