Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
brancher. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
brancher, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
brancher in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
brancher is hier. De definitie van het woord
brancher zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
brancher, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
brancher, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van branche
brancher
- (spreektaal) verwittigen, op de hoogte stellen [1]
- (spreektaal) leuk vinden, zin hebben
- «La musique rap me branche pas trop, mais la techno c’est encore pire.»
- Ik ben niet zo dol op rap, maar techno is nog erger. [1]
- (spreektaal) koppelen
- «J’ai branché Nathalie avec Hervé pour qu’il la raccompagne en voiture.»
- Ik heb Nathalie aan Hervé gekoppeld zodat-ie haar met de auto naar huis kan brengen. [1]
- (spreektaal) opnaaien
- «Louis l'a branché et ça a fini en embrouille.»
- Louis zat hem op te naaien en het liep uit op ruzie. [1]