Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
braut. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
braut, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
braut in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
braut is hier. De definitie van het woord
braut zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
braut, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
braut
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van brjóta
ik brak
braut
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van brjóta
hij / zij / het brak
braut
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van brjóta (onpersonlijk gebruik met pseudosubject 'það' (= het))
het brak
braut
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van brjóta (onpersonlijk gebruik met accusatiefobject: mig, þig, hann / hana / það, okkur, ykkur, þá, þær, þau (= mij, jou / u, hem / haar / het, ons, jullie / u, hun / ze))
brak ons
braut
- verouderde spelling of vorm van brøt tot 2005
- (verouderd) voltooid deelwoord van bryte
braut
- verouderde spelling of vorm van brøyt tot 2005
- (verouderd) voltooid deelwoord van bryte
braut
- verleden tijd van bryta
braut
- verleden tijd van bryte