Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
carrière. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
carrière, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
carrière in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
carrière is hier. De definitie van het woord
carrière zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
carrière, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de carrière v / m
- (economie), (maatschappij) professionele loopbaan, ontwikkeling van de werkgerelateerde maatschappelijke positie
- Hij had een geweldige carrière gemaakt in het bedrijfsleven, maar uit zijn vrijwilligerswerk haalde hij meer voldoening.
- Trainen, trainen, trainen, diëten en blessures. Hoe is het als je lichaam het verloop van je carrière' bepaalt?[4]
- Dit was het begin van mijn muzikale carrière in Parijs. De lichtstad. Stad van Amour en Tristesse. Zaterdagnacht in Le Piano d'Or. Ik speelde er voor 150 euro in de kelder. Chansons tot diep in de ochtend. [5]
- ▸ Op je ouwe dag ga je nog carrière op de catwalk maken.[6]
- bliksemcarrière, filmcarrière, solocarrière, danscarrière, profcarrière, werkcarrière, wooncarrière, blitzcarrière, spoedcarrière, sportcarrière, acteercarrière, muziekcarrière, partijcarrière, podiumcarrière, schoolcarrière, studiecarrière, tenniscarrière, toneelcarrière, wielercarrière, alcoholcarrière, amateurcarrière, beroepscarrière, zangcarrière, zwemcarrière, fin de carrière, schaatscarrière, schrijfcarrière, voetbalcarrière, trainerscarrière, vakbondscarrière, interlandcarrière, onderwijscarrière, schilderscarrière, schrijverscarrière, middelbareschoolcarrière
- carrièrejager, carrièreladder, carrièremaker, carrièreplanning, carrièrestap, carrièrepad, carrièrepil, carrièrekans, carrièrelijn, carrièremove, carrièreplan, carrièresite, carrièrewolf, carrièredrang, carrièrekeuze, carrièrepauze, carrièrevrouw, carrièreadvies, carrièrebeleid, carrièremoeder, carrièreswitch, carrièretijger, carrièreambitie, carrièregericht, carrièreverloop, carrièrewending, carrièreswitcher, carrièrecrimineel, carrièrediplomaat, carrièreoriëntatie, carrièreoverweging, carrièrebegeleiding, carrièreperspectief, carrièremogelijkheid, carrièreonderbreking, carrièreontwikkeling
1. loopbaan, werkgerelateerde maatschappelijke positie
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[7]
|
- Leenwoord uit Italiaans carriera “weg, route voor voertuigen” (uit Volkslatijn carraria), aangetroffen sinds 1534. [1]
- Ontwikkeld uit Oudfrans quarriere, uit Volkslatijn quadraria, “plaats waar stenen gehakt en bewerkt worden”, afgeleid van quadrus (lapis) “vierkante steenblok”, aangetroffen sinds de 12e eeuw. [2]
enkelvoud
|
meervoud
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
carrière
|
la carrière
|
carrières
|
les carrières
|
carrière v
- carrière, loopbaan
- (formeel) levensloop
- steengroeve
- ↑ Weblink bron carrière1 in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
- ↑ Weblink bron carrière2 in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr