case

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord case. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord case, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je case in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord case is hier. De definitie van het woord case zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancase, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • case
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord case cases
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de casem

  1. afzonderlijke situatie in de werkelijkheid die nauwkeuriger wordt bekeken
    • Er zijn verschillende figuren in de geschiedenis van de neerlandistiek geweest die zowel een rol in het academische als in het niet-academische veld vervulden. Een mooie eerste case vormt de zojuist genoemde criticus en dichter Albert Verwey, die in 1925 tot hoogleraar Nederlandse letterkunde in Leiden werd benoemd. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

naar de vorm: ook ontleend aan het Engels, in een vergelijkbare betekenis:

naar de vorm: ook ontleend aan het Engels, in een andere betekenis:

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
case cases

Zelfstandig naamwoord

case

  1. geval
  2. kist, krat


Middelnederlands

Zelfstandig naamwoord

case

  1. (voeding) kaas


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
casar

case

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
vervoeging van
casarse

case

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van casarse