Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
coller. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
coller, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
coller in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
coller is hier. De definitie van het woord
coller zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
coller, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
coller
- overgankelijk plakken, lijmen
- inergatief (spreektaal) (figuurlijk) kloppen, overeenkomen (met iets)
- «Ça colle!»
- Dat klopt!! [1]
- (spreektaal) (figuurlijk) lekker gaan, klikken
- «Ça ne colle pas entre Emile et Josyane.»
- Het klikt niet tussen Emile en Josyane. [1]
- inergatief (figuurlijk) zich aanpassen
- «Maurice Lévy, patron de Publicis, se donne deux ans pour coller au monde numérique.»[2]
Maurice Lévy, de baas van Publicis, geeft zichzelf twee jaar om zich aan de digitale wereld aan te passen.
- overgankelijk (spreektaal) (figuurlijk) een strikvraag stellen, laten zakken
- «Le prof de philo, ce connard, il a collé mon meilleur pote.»
- Die klootzak van een filosofieleraar heeft mijn beste maat laten zakken. [1]