crisisjaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord crisisjaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord crisisjaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je crisisjaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord crisisjaar is hier. De definitie van het woord crisisjaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancrisisjaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • cri·sis·jaar
enkelvoud meervoud
naamwoord crisisjaar crisisjaren
verkleinwoord - -

het crisisjaaro

  1. kalenderjaar waarin sprake is/was van een ernstige noodsituatie
     Wat je amper hoort, is dat Italië sinds 1995 in alle jaren, behalve crisisjaar 2009, een ‘primair’ begrotingsoverschot had.[2]
     De krediet- en eurocrisis verschoof de blik van de City-bankiers in Londen naar Azië en droeg bij aan de Britse weerzin tegen het Europese bondgenootschap die uitmondde in Brexit. (…) De crisisjaren destabiliseerden Rusland en Oekraïne, Griekenland en natuurlijk de VS, waar het falen van markt én overheid de ideale voedingsbodem creëerden voor de kandidatuur van Donald Trump.[3]
  2. (geschiedenis), (pregnant) mv: jaren 30 van de 20e eeuw, toen er een wereldwijde economische depressie was
     Toen het in de crisisjaren niet goed ging met het bedrijf zijn mijn grootouders in een kleiner huis in Hengelo gaan wonen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 september 2020 Weblink bron
    Mark Beunderman
    “‘Niets doen voor Zuid-Europa is gevaarlijk’” (28 mei 2020) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 21 september 2020 Weblink bron
    Rik Rutten
    “Historicus Adam Tooze: ‘Angst is een onderschatte drijfveer voor verandering’” (26 juni 2020) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 21 september 2020 Weblink bron
    Jannetje Koelewijn
    “‘Ik kom maar niet los van mijn familie’” (3 juli 2020) op nrc.nl op Wikipedia