daga

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord daga. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord daga, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je daga in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord daga is hier. De definitie van het woord daga zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandaga, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • da·ga
Naar frequentie 4664

daga

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van dagur

daga

  1. accusatief onbepaald mannelijk meervoud van dagur


  • da·ga

daga

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dage

daga

  1. voltooid (verleden) deelwoord van dage


  • da·ga

daga

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast dage, zie aldaar

daga

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van daga

daga

  1. voltooid (verleden) deelwoord van daga

daga

  1. gebiedende wijs van daga

daga

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dage

daga

  1. voltooid (verleden) deelwoord van dage

daga

  1. gebiedende wijs van dage


  • da·ga

daga

  1. nominatief mannelijk meervoud van dag
  2. accusatief mannelijk meervoud van dag


  • da·ga
enkelvoud meervoud
daga dagas

daga v

  1. dolk