Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dakdekker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dakdekker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dakdekker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dakdekker is hier. De definitie van het woord dakdekker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandakdekker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
(beroep) iemand die dakconstructies plaatst; en dan met name de rietdekkers
In april kondigden het kabinet en het bedrijfsleven ‘een offensief’ af om zoveel mogelijk mensen te verleiden in de technische sector te gaan of te blijven werken. Volgens de laatste berekeningen loopt het tekort aan technisch personeel de komende vier jaar op tot 170.000 arbeidsplaatsen, vooral als gevolg van de vergrijzing. Het gaat onder meer om beroepen als dakdekker, storingsmonteur en bankwerker.[2]
Nederland past zich aan. We klikken naar websites over het weer om te zien wanneer we gaan fietsen. De website www.buienradar.nl trekt in de zomer traditioneel veel bezoekers. Directeur Niels de Kind: „Een slechte zomer is voor ons gunstig. Juist de wisselvalligheid van het weer maakt dat mensen informatie willen. Mensen die in eigen land op vakantie zijn, maar ook boeren, schilders en dakdekkers.” Gemiddeld trekt de website ongeveer vijf miljoen bezoekers per maand. Zo sukkelen we de zomer door. En zeggen tegen elkaar dat het morgen beter wordt. Piet Paulusma: „Volgende week komt er mooier weer. Ik verwacht nog een aantal leuke stranddagen. Het wordt beter.”[3]