deed

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord deed. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord deed, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je deed in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord deed is hier. De definitie van het woord deed zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandeed, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deed

Werkwoord

vervoeging van
doen

deed

  1. enkelvoud verleden tijd van doen
    • Ik deed. 
    • Jij deed. 
    • Hij, zij, het deed. 
     Ze trokken langzaam hun kleren uit, ze deed niet eens alsof ze weerstand bood, maar toen ze alleen nog haar hemd en onderbroek aanhad, verontschuldigde ze zich en ging naar de badkamer om iets te doen, plassen of een pessarium indoen of wat het ook kon zijn.
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628265
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be