dekhuis

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dekhuis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dekhuis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dekhuis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dekhuis is hier. De definitie van het woord dekhuis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandekhuis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het lange dekhuis van een trekschuit
  • dek·huis
enkelvoud meervoud
naamwoord dekhuis dekhuizen
verkleinwoord dekhuisje dekhuisjes

het dekhuiso

  1. afgesloten bouwsel op het dek van een boot
     Het gebogen glas in het dekhuis geeft een spectaculair lichteffect en biedt panoramisch uitzicht.[2]
     De overeenkomsten zijn de steile boeg, het opvallende dekhuis en de kottertuigage. Het grootste verschil zit in de spiegel, die bij de Zuidkaper iets voller is en daardoor ruimte biedt aan een eigenaarshut onder het achterdek.[3]
     Doordat een deel van de besturing is geautomatiseerd kan het schip het met de helft van de bemanning van een 'oude' destroyer af. Ook heeft het nieuwe radar- en sonarsystemen aan boord. Die zijn allemaal verborgen in het blokkendoosachtige dekhuis.[4]
52 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[5]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    EPCO ONGERING
    “Kunstenaar ontwerpt voorzeil superjacht” (08 nov. 2012), De Telegraaf
  3. Bronlink Weblink bron “Test Zuidkaper 48” (06 apr. 2013), De Telegraaf
  4. Bronlink Weblink bron “Captain Kirk test Amerikaans oorlogsschip van 4,4 miljard” (08-12-2015), NOS
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be