Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
dikkig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
dikkig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
dikkig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
dikkig is hier. De definitie van het woord
dikkig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
dikkig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- afleiding van dik met het achtervoegsel -ig
dikkig [1]
- een beetje dik, wat dik
- 'Waar het mij om gaat: als iemand dikkig is, moet je dat dan tegen hem/haar zeggen? Ik vind dat het tot onze beschaving hoort om maar niet alles te zeggen wat je voor de mond komt. Het is al erg genoeg dat het op social media gebeurt. Ik vind dat een voorbeeld van onbeschaafd gedrag, waar we met z’n allen helemaal niet trots op moeten zijn. Je kwetst mensen. Waarom zou je dat doen? Omdat het jou oplucht?' [2]
- De gin-tonic arriveert en ik proost met mezelf. Tegelijkertijd verschijnt nog een Oostblokvader, met een dikkig zoontje en een CR7-voetbal. In het zwembad is besloten om – Oostblokkers onder elkaar – te gaan volleyballen. [3]
1. een beetje dik, wat dik
85 % |
van de Nederlanders;
|
43 % |
van de Vlamingen.[4]
|