doorwonden

• Geluid:  doorwonden    (hulp, bestand)
• IPA: / dorˈwɔndə(n) / (3 lettergrepen)

• door·won·den

• van Middelnederlands dorewonden, op te vatten als samenstelling van  door bw  en  wonden ww  ^[1]

• vervoeging van doorwinden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) , maar met een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)

doorwonden

1. overgankelijk doorsteken en zo letsel veroorzakend

   ▸ Doch opeens had de zachte, beminnelijke stem van den professor enkele woorden gesproken, die haar wonderlijk ontstellen deden, om daarna, ten volle verstáán, haar hart te doorwonden met nog verfijnder vlijming.^[2]

doorwonden

1. voltooid deelwoord van doorwinden

   ▸ ⧖ Zij droeg een driedubbel parelsnoer rond den vollen hals, en het zware, blondgeverfde haar was van parelen doorwonden.^[3]

• Het woord 'doorwonden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.