driehonderddrieënnegentig

Nederlands

0	3	9	3

driehonderddrieënnegentig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  driehonderddrieënnegentig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərˈdrijəˌneɣə(n)təx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• drie·hon·derd·drieën·ne·gen·tig, drie·hon·derd·drie·en·ne·gen·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  driehonderd ht  en  drieënnegentig ht 

Hoofdtelwoord

driehonderddrieënnegentig

1. "393", het getal tussen driehonderdtweeënnegentig en driehonderdvierennegentig, driehonderd plus drieënnegentig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De totale kosten bedragen driehonderddrieënnegentig euro en zevenendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderddrieënnegentig van het grootste hotel. 

Schrijfwijzen

• 393 (decimaal)
• 110001001 (binair)
• 189 (hexadecimaal)
• CCCXCIII (Romeins)

Synoniemen

• driehonderdendrieënnegentig

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• driehonderddrieënnegentigste

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderddrieënnegentig" ht als linkerdeel

• driehonderddrieënnegentigduizend

Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de driehonderddrieënnegentig v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 393 is aangeduid

   • Als jij driehonderddrieënnegentig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de driehonderddrieënnegentig mv

1. groep van 393 eenheden

   • Die driehonderddrieënnegentig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

• Het woord 'driehonderddrieënnegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.