eau

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord eau. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord eau, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je eau in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord eau is hier. De definitie van het woord eau zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaneau, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  eau     l'eau     eaux     les eaux  

eau v

  1. water
  • coup d'épée dans l'eau
    • vergeefse poging
  • eau à boire
    • drinkwater
  • eau bénite
    • wijwater
  • eau de Cologne
    • reukwater
  • eau de pluie
    • regenwater
  • eau dormante
    • stilstaand water
  • eau potable
    • drinkwater
  • être dans l'eau de quelqu'un
    • in iemands kielzog varen
  • être en eau
    • natbezweet zijn
  • faire de l'eau
    • water innemen
  • faire eau
    • lek zijn
  • l'eau m'en vient à la bouche
    • het water komt me in de mond (ik watertand)
  • marin d'eau douce
    • slechte zeeman
  • mettre à l'eau
    • te water laten
  • mettre de l'eau dans son vin
    • water bij wijn doen (zijn eisen matigen)
  • nager entre deux eaux
    • beide partijen willen sparen
  • prendre les eaux
    • een badkuur houden
  • se jeter à l'eau
    • zich verdrinken
  • suer sang et eau
    • water en bloed zweten (zeer angstig zijn)
  • il n'est pire eau que l'eau qui dort
    • stille waters hebben diepe gronden (zwijgzame mensen hebben vaak diepere gedachten)
  • tant va la cruche à l'eau qu'à la fin elle se brise
    • de kruik gaat zolang te water tot ze barst (ooit gaat het fout)