Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
eenogig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
eenogig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
eenogig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
eenogig is hier. De definitie van het woord
eenogig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
eenogig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afgeleid van een en oog met het achtervoegsel -ig.
eenogig
- in het bezit van (slechts) één oog
- Op straat zwerft een manke, eenogige hond.
1. in het bezit van (slechts) één oog
86 % |
van de Nederlanders;
|
88 % |
van de Vlamingen.[1]
|