eenogig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord eenogig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord eenogig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je eenogig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord eenogig is hier. De definitie van het woord eenogig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaneenogig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • een·ogig
  • Afgeleid van een en oog met het achtervoegsel -ig.
stellend
onverbogen eenogig
verbogen eenogige
partitief eenogigs

eenogig

  1. in het bezit van (slechts) één oog
    • Op straat zwerft een manke, eenogige hond. 
86 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be