ekster

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ekster. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ekster, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ekster in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ekster is hier. De definitie van het woord ekster zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanekster, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

1. Een ekster.
Uitspraak
Woordafbreking
  • ek·ster
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zangvogel’ voor het eerst aangetroffen in 1287
enkelvoud meervoud
naamwoord ekster eksters
verkleinwoord ekstertje ekstertjes

Zelfstandig naamwoord

de eksterv / m

  1. (zangvogels) bepaald soort zwartwitte kraaiachtige vogel, Pica pica op Wikispecies, met een lange staart
    • Er zit een ekster in de boom. 
    • Mijn gouden ring is gestolen door een ekster. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord ekster eksters

Zelfstandig naamwoord

ekster

  1. (zangvogels) ekster