gamma
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gamma. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gamma, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gamma in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gamma is hier. De definitie van het woord gamma zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangamma, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- gam·ma
- van Oudgrieks γάμμα (gámma), in de betekenis van ‘Griekse letter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1581 [1]
- naar de benaming voor de laagste noot in systeem voor muzieknotatie dat Guido van Arezzo
in de middeleeuwen ontwikkelde - bij uitbreiding, omdat een toonladder ook een geordende reeks is
- bij uitbreiding, waarbij het uitgebreide aanbod als een lange reeks wordt gedacht
- naar analogie van alfa en beta als aanduiding van vakgebieden
- naar de benaming voor de laagste noot in systeem voor muzieknotatie dat Guido van Arezzo
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | gamma | gamma's |
| verkleinwoord | gammaatje | gammaatjes |
- (taalkunde) derde letter van het Griekse alfabet
- lettercijfer voor 0,001 mg
- (muziek) reeks noten in opvolgende toonhoogte met een bepaalde toonafstand
- reeks die geordend is naar een eigenschap als sterkte, intensiteit of kleur
- (handel) geheel van verschillende producten of diensten waaruit bij een leverancier kan worden gekozen
- (wetenschap) (onderwijs) iemand die mens en samenleving bestudeert met kwantitatieve methoden
Ook vaak als eerste deel van een samenstelling die naar zo'n vakgebied verwijst.
- gammacamera, gammaflits, gammafunctie, gammastraal, gammastraling,
- gammavariant, gammawetenschap, gammawetenschappen
- Het woord gamma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gamma" herkend door:
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gamma" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- gam·ma
gamma, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gamme
- gam·ma
gamma, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gamme
gamma
- ↑ Taalhervorming vanaf 1 augustus 2012:
Ny rettskriving for 2000-talet, punt 3.1.4 (in het Nynorsk)