gemeenzaam

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gemeenzaam. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gemeenzaam, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gemeenzaam in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gemeenzaam is hier. De definitie van het woord gemeenzaam zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangemeenzaam, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ge·meen·zaam
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘familiair’ voor het eerst aangetroffen in 1704 [1]
  • afgeleid van gemeen met het achtervoegsel -zaam [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gemeenzaam gemeenzamer gemeenzaamst
verbogen gemeenzame gemeenzamere gemeenzaamste
partitief gemeenzaams gemeenzamers -

gemeenzaam [3]

  1. op een voet van gelijkheid, zonder afstand mensen benaderen of benaderd worden
    • Duys bedacht ook het archaïsch aandoende pseudoniem Drs. P - tot genoegen van de betrokkene, die liever niet als populair artiest op de schouders wilde worden geslagen of gehesen en ook niet voor iedereen gemeenzaam Heinz wenste te heten: „Het pseudoniem schept afstand. Daarbij had het voorvoegsel doctorandus iets komieks waarin ik mij zeer goed kon vinden.”[4] 
    • Albert Heijn, de beste supermarkt van Nederland, is een reus. In sommige kringen wordt gemeenzaam gesproken van boodschappen doen bij 'Appie', maar winkelen bij deze reus geeft status.[5]  
91 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[6]