knus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord knus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord knus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je knus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord knus is hier. De definitie van het woord knus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanknus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • knus
  • In de betekenis van ‘behaaglijk-vertrouwd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1859 [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen knus knusser knust
verbogen knusse knussere knuste
partitief knus knussers -

knus

  1. aangenaam van gezelschap en enigszins intiem
    • We hebben een avond in het knuste restaurantje van de stad doorgebracht. 
     Ik zou de manor alleen maar mogen verlaten op heiligendagen en andere feestdagen, en zou nooit meer knus wakker worden tegen de warme rug van mijn zus.[2]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]


  • knus
Naar frequentie 5430

knus

  1. gebiedende wijs van knuse


  • knus

knus

  1. gebiedende wijs van knusa

knus

  1. gebiedende wijs van knuse