graad

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord graad. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord graad, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je graad in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord graad is hier. De definitie van het woord graad zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangraad, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • graad
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘eenheid van schaalverdeling, rang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord graad graden
verkleinwoord graadje graadjes

de graadm

  1. (wiskunde) eenheid om hoeken te meten (1/360 deel van de cirkelomtrek), onderverdeeld in minuten en seconden, booggraad
     Een ijzig stuk sneeuw dat onder een helling van 45 graden naar beneden liep. Langs een smal paadje moesten we voetje voor voetje proberen de 20 meter te overbruggen. Niet naar beneden kijken, want anders val je misschien 800 meter naar beneden.[2]
  2. elk van de gelijke delen waarin sommige schaalverdelingen verdeeld zijn, vooral die van thermometers
  3. (onderwijs) groepering van 2 opeenvolgende jaren in het lager en secundair onderwijs in België
  4. titel die na afgelegd examen, verdedigde stellingen enz. aan een studerende wordt toegekend b.v. meestergraad
  5. (wiskunde) macht
    • deze vergelijking is van de tweede graad 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]