Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
grootje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
grootje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
grootje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
grootje is hier. De definitie van het woord
grootje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
grootje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het grootje o dim. tant.
- (persoon), (familie), (informeel) grootmoeder, oma
- Mijn grootje heeft me dat altijd verteld.
(informeel) (van voorwerpen) kapot zijn, het niet meer doen;
(van personen) overleden zijn
het grootje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord groot
87 % |
van de Nederlanders;
|
78 % |
van de Vlamingen.[1]
|