halter

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord halter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord halter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je halter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord halter is hier. De definitie van het woord halter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhalter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hal·ter
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘staaf met kogels of schijven aan uiteinden’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord halter halters
verkleinwoord haltertje haltertjes

de halterm [3] [4]

  1. (sport) werktuig voor gewichtheffen bestaande uit een metalen staaf met gewichten aan de uiteinden [5]
vervoeging van
halteren

halter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van halteren
    • Ik halter. 
  2. gebiedende wijs van halteren
    • Halter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van halteren
    • Halter je? 
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]