Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
handjevol. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
handjevol, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
handjevol in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
handjevol is hier. De definitie van het woord
handjevol zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
handjevol, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het handjevol o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handvol
- Hij had nog maar een handjevol knikkers over, de rest had hij verloren.
- dim. tant. (figuurlijk) klein beetje, gering aantal
- ▸ De tafels zijn hoopvol gedekt voor het diner, maar truckersrestaurant Le Mistral straalt een zekere mismoedigheid uit. Een kapotte ruit is vervangen door een houten schot. Op de parkeerplaats ter grootte van een voetbalveld staat een handjevol vrachtwagens.[1]
97 % |
van de Nederlanders;
|
95 % |
van de Vlamingen.[2]
|