hockeyen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hockeyen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hockeyen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hockeyen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hockeyen is hier. De definitie van het woord hockeyen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhockeyen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hoc·key·en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hockeyen
/ˈɦɔki(n)/
hockeyde
/ˈɦɔkidə/
gehockeyd
/ɣəˈɦɔkit/
zwak -d volledig

hockeyen

  1. inergatief (sport) de hockeysport beoefenen
    • Er wordt vandaag op het andere veld gehockeyd. 
97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be