hoepel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hoepel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hoepel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hoepel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hoepel is hier. De definitie van het woord hoepel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhoepel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hoe·pel
  • In de betekenis van ‘band om vaatwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1728 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hoepel hoepels
verkleinwoord hoepeltje hoepeltjes
hoepel op een rolstoel

de hoepelm

  1. een ringvormige metalen band, met name om de duigen van een vat bijeen te houden
  2. iedere ringvormige band in de vorm van
  3. (speelgoed) een ringvormig voorwerp gebruikt door kinderen om rond hun middel rond te draaien
  4. een ringvormige rand vastgemaakt aan het wiel van een rolstoel waarmee de gebruiker de rolstoel kan voortbewegen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
vervoeging van
hoepelen

hoepel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoepelen
    • Ik hoepel. 
  2. gebiedende wijs van hoepelen
    • Hoepel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoepelen
    • Hoepel je? 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]


enkelvoud meervoud
naamwoord hoepel hoepels

hoepel

  1. hoepel