honderddrieëntwintig

Nederlands

0	1	2	3

honderddrieëntwintig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  honderddrieëntwintig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɔndərˈdrijənˌtwɪntəx / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• hon·derd·drieën·twin·tig, hon·derd·drie·en·twin·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  honderd ht  en  drieëntwintig ht 

Hoofdtelwoord

honderddrieëntwintig

1. "123", het getal tussen honderdtweeëntwintig en honderdvierentwintig, honderd plus drieëntwintig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De totale kosten bedragen honderddrieëntwintig euro en zevenendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderddrieëntwintig van het grootste hotel. 

Schrijfwijzen

• 123 (decimaal)
• 1111011 (binair)
• 7B (hexadecimaal)
• CXXIII (Romeins)

Synoniemen

• eenhonderddrieëntwintig
• honderdendrieëntwintig
• eenhonderdendrieëntwintig

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• honderddrieëntwintigste

hooftelwoorden samengesteld met "honderddrieëntwintig" ht als linkerdeel

• honderddrieëntwintigduizend

Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de honderddrieëntwintig v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 123 is aangeduid

   • Als jij honderddrieëntwintig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de honderddrieëntwintig mv

1. groep van 123 eenheden

   • Die honderddrieëntwintig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

• Het woord honderddrieëntwintig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.