Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
hosten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
hosten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
hosten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
hosten is hier. De definitie van het woord
hosten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
hosten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
hosten
- overgankelijk (informatica) via een netwerk toegankelijk maken
- ▸ Vier Nederlanders waren volgens de Duitse justitie betrokken bij het hosten van verschillende digitale marktplaatsen, waar onder meer narcotica werd aangeboden.[1]
- overgankelijk als gastheer mogelijk maken
- ▸ Als eigenaar van PIP verdien ik maandelijks ongeveer 1.200 euro bruto, daarnaast verdien ik nog zo’n 400 euro met de breakdancelessen die ik geef en 300 euro met het hosten en presenteren van evenementen.[2]
hosten
- meervoud verleden tijd van hossen
- Wij hosten.
- Jullie hosten.
- Zij hosten.
- ▸ De sport was al tot het grootste massabedrijf ter wereld geworden. Tienduizend- of meer koppige menigten raakten in ongezonde vervoering, brulden en hosten er een paar weken op los, en als het festijn was afgelopen kwamen de verantwoordelijken tot de ontdekking dat ze met een stuk of wat onbruikbare bouwwerken zaten opgescheept.[3]
73 % |
van de Nederlanders;
|
61 % |
van de Vlamingen.[4]
|