Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
huishoen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
huishoen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
huishoen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
huishoen is hier. De definitie van het woord
huishoen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
huishoen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het huishoen o
- (hoendervogels) zeer bekende, door de mens gedomesticeerde vogelsoort, Gallus gallus domesticus uit de familie van hoenders, in de volksmond meestal "kip" (wat eigenlijk de naam is van het wijfje) genoemd
- ▸ Vlees was luxe, maar dat kon je net als groenten zelf goed telen. De schrijver grijpt dan terug op het boek 'De verstandige kok, de rijke keuken van de Gouden Eeuw' van kookhistorica Marleen Willebrands. Zij schrijft op pagina 63 dat het huishoen werd vetgemest in een kooi met twee kleppen.[1]