huurboeren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord huurboeren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord huurboeren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je huurboeren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord huurboeren is hier. De definitie van het woord huurboeren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhuurboeren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • huur·boe·ren

de huurboerenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord huurboer
     Volgens de stemkohieren van 1640 en 1698 was de sate toen 95 pondemaat groot en door huurboeren bewoond.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 10 juni 2021 Weblink bron
    Herma M. van den Berg
    “Noordelijk Oostergo. Dongeradelen.” (1983), Staatsuitgeverij, Den Haag, ISBN 90 12038308, p. 343