ibis

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ibis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ibis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ibis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ibis is hier. De definitie van het woord ibis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanibis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Ibis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ibis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ibis ibissen
verkleinwoord ibisje ibisjes

Zelfstandig naamwoord

de ibism

  1. (ooievaarachtigen) een vogel met een lange gebogen snavel behorend tot de familie Threskiornithidae op Wikispecies
    • Een ibis heeft een lange, smalle en gekromde snavel. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Italiaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • i·bis

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
ibis ibis

ibis m

  1. (ooievaarachtigen) ibis


Latijn

Zelfstandig naamwoord

ibis v

  1. (ooievaarachtigen) ibis

Werkwoord

vervoeging van
īre

ībis

  1. actief indicatief futurum simplex, tweede persoon enkelvoud van īre (onregelmatig)