Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ijdel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ijdel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ijdel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ijdel is hier. De definitie van het woord
ijdel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ijdel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘vergeefs’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
- In de betekenis van ‘verwaand’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1463 [1]
ijdel
- vol van zelfbewondering, een te hoge dunk hebbend van het eigen voorkomen en/of de eigen bekwaamheden
- van iets dat het mooi, maar niet realistisch is
- ▸ `Ik weet het; zei de majordomus. 'Het was ijdele hoop dat dit u zou ontgaan. Ik vraag u met klem de grootmoedigheid op te brengen om mijn nederige excuses te aanvaarden. Deze uit de toon vallende decoratie is het jammerlijke gevolg van het enthousiasme van de nieuwe eigenaar.'[2]
1. vol van zelfbewondering, een te hoge dunk hebbend van het eigen voorkomen en/of de eigen bekwaamheden
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[3]
|
- ↑ 1,0 1,1 "ijdel" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be