zelfvoldaan

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zelfvoldaan. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zelfvoldaan, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zelfvoldaan in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zelfvoldaan is hier. De definitie van het woord zelfvoldaan zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzelfvoldaan, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zelf·vol·daan
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zelfvoldaan zelfvoldaner zelfvoldaanst
verbogen zelfvoldane zelfvoldanere zelfvoldaanste
partitief zelfvoldaans zelfvoldaners -

zelfvoldaan [1]

  1. wel heel erg tevreden zijn over jezelf
    • Met de EU gaat het de goede kant op, maar we moeten „extreem voorzichtig” zijn met optimisme en niet zelfvoldaan zijn, zei Tusk. Hij wees op de economische groei in alle lidstaten, de lagere werkloosheid en de financiële deal met Griekenland. Ook bejubelde hij de verkiezingsnederlaag van anti-Europese partijen en overwinningen van leiders die „100 procent pro-EU” zijn.[2] 
    • Kiezers zijn kortom niet gek. In Europa staan de dominosteentjes inmiddels opgelijnd: referendum in Italië en verkiezingen in Oostenrijk in december en volgend jaar verkiezingen in Frankrijk, Duitsland en Nederland. Hoog tijd dat de zelfvoldane politieke orde met een beter verhaal komt. Anders zet de opmars van de ’clowns’ onvermijdelijk door. Met alle niet-grappige gevolgen van dien.[3] 


99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 22 juni 2017
  3. de Telegraaf M. Visser 24 november 2016
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be