jufferen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord jufferen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord jufferen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je jufferen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord jufferen is hier. De definitie van het woord jufferen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanjufferen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • juf·fe·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
jufferen
jufferde
gejufferd
zwak -d volledig

jufferen

  1. inergatief "juf" of "juffrouw" zeggen
    • Vóor de pastorij veegde Traite zijn voeten af, jufferde tegen de meid en hield zijn schele oogen neêrgeslagen; [1] 
  2. (jongerentaal) met de vinger in de lucht aandacht van de juf vragen

de jufferenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord juffer
76 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[2]
  1. blz 275 Van nu en straks, vol. 5 "Naar buiten"
    Stijn Streuvels
    1901
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be