kameel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kameel    (hulp, bestand)
• IPA: / kaˈmel / (2 lettergrepen); /kɑ'mel/

Woordafbreking

• ka·meel

Woordherkomst en -opbouw

• via Middelnederlands cameel van Latijn camelus, in de betekenis van ‘hoefdier’ aangetroffen vanaf 1240

Zelfstandig naamwoord

de kameel m

1. (evenhoevigen) bepaald soort hoefdier met twee bulten op de rug, Camelus bactrianus 

   • De kameel verschilt van de dromedaris door het aantal bulten op de rug. 

Schrijfwijzen

• cameel (toegelaten variant in de officiële spelling tot 1996)

Hyperoniemen

• kamelen, kameelachtigen, evenhoevigen

Verwante begrippen

• dromedaris, wilde kameel

Hyponiemen

• circuskameel, gazelkameel, giraffekameel, girafkameel, hybridekameel, melkkameel, pacokameel, racekameel, renkameel, rijkameel, schaapkameel, scheepskameel, spaarkameel, vrouwtjeskameel, wijfjeskameel

Afgeleide begrippen

• kameelachtig, kameelachtige, kameeldoorn, kameeldrijver, kameelgeit, kameelhaar, kameelhals, kameelharen, kameelhoeder, kameelhooi, kameelkleur, kameelkleurig, kameelmelk, kameelneus, kameelpaard, kameelpardel, kameelpiste, kameelruiter, kameelschaap, kameelveulen, kameelwol, kameelzadel, kameelleer, kamelenchocolade, kamelendrijver, kamelenhoest, kamelenkuch, kamelenmaag, kamelenmarkt, kamelenmelk, kamelenneuker, kamelenneus, kamelenrace, kamelenrug, kamelenstront, kamelenteen, kamelentocht, kamelenvlees, kamelenweg, kamelenzadel

Hyponiemen

• Indien kameel wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep kamelen zie dan Hyponiemen kamelen

Schrijfwijzen

Oude schrijfwijze: cameel

Vertalingen

Gangbaarheid

• Het woord kameel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kameel" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Afrikaans

Uitspraak

• geluid

Zelfstandig naamwoord

kameel

1. (evenhoevigen) kameel