kamper
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kamper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kamper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kamper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kamper is hier. De definitie van het woord kamper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankamper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
 Niet te verwarren met: Kamper, camper
|
- kam·per
- , Naamwoord van handeling van kampen met het achtervoegsel -er [1]
- afgeleid van kamp zn , als verkorting van woonwagenkamp, met het achtervoegsel -er
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kamper | kampers |
| verkleinwoord | kampertje | kampertjes |
de kamper m
- iemand die aan een (wed)kamp (wedstrijd) meedoet
- (…) het verminderd getal van kampers maakte den strijd des te belangrijker (…) [2]
- (figuurlijk) iemand die met kracht voor een ideaal of belang opkomt
- Het is ons niet duidelijk of de vergrijsde kamper voor de Westvlaamse taaleigenheid op dat ogenblik meer van de jonge geestelijke afwist dan wat deze zopas in zijn prospectus had wereldkundig gemaakt. [3]
- iemand die van een woonwagencentrum afkomstig is
- Net als de burgerman trekt de kamper er 's zomers met zijn caravan op uit. Leny: "Zeg maar gerust in de lente, want dan krijgen wij al de kriebels. Dat reizen zit ons in het bloed." [4]
- Het woord kamper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kamper" herkend door:
| 80 % | van de Nederlanders; |
| 74 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Lennep, J. van (ed. J. van der Wiel)De roos van Dekama. (2003) Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam; ISBN 90 253 3142 4; p. 181; geraadpleegd 2018-10-18
- ↑ Huyghebaert, J."De Belgen / Les Belges. Het dichterstornooi van Aalst, 1807-1810" in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). jrg. 1988 deel 2 (1988) Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent; p. 255 geraadpleegd 2018-10-18
- ↑ Veen, F. van"Honkvaste reizigers" (16 augustus 1997) op website: volkskrant.nl; geraadpleegd 2018-10-18
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- kam·per
| Naar frequentie | 4247 |
|---|
kamper
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van kamp