kijf

• Geluid:  kijf    (hulp, bestand)
• IPA: / kɛif / (1 lettergreep)

• kijf

• van Middelnederlands kijf ^{[1] [2]}

_{Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord}

de kijf v

1. onenigheid die gepaard gaat met wederzijdse verwijten en beschuldigingen

• ruzie
• twist
• woordenstrijd

• buiten kijf
  onomstreden vaststaand

∗ Het hof zegt niet te hebben kunnen vaststellen dat er in de relatie tussen Bakker en het slachtoffer - met wie hij een verhouding had - een situatie was waarin het meisje werd gedwongen tot seksuele gemeenschap. Dat Bakker in de relatie "erg dominant" was en dat hij misbruik maakte van de kwetsbare situatie waarin het slachtoffer zich bevond, staat volgens het hof buiten kijf.^[3]

∗ Dat wij zelf de klimaatdoelen halen, staat buiten kijf. In 2013 hebben we ons gebonden aan One Planet-doelen, een initiatief dat we samen met het Wereldnatuurfonds en Ecofys hebben ontwikkeld. We willen zo dicht mogelijk bij het anderhalvegraadscenario zitten, en daarover rapporteren we ook ieder jaar.^[4]

kijf

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kijven
   

   • Ik kijf. 

2. gebiedende wijs van kijven
   

   • Kijf! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kijven
   

   • Kijf je? 

   ▸ Ik kijf niet, maak geen twist: ’k zeg de dingen kalm en als je ’t voelen kan: ’n tikje wanhopig^[5]

• Het woord kijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.