kiplekker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kiplekker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kiplekker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kiplekker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kiplekker is hier. De definitie van het woord kiplekker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankiplekker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kip·lek·ker
stellend
onverbogen kiplekker
verbogen kiplekkere
partitief kiplekkers

kiplekker

  1. je helemaal gezond en fit voelend, zeer wel
    • Een gezonde Hollandse boer zegt: „Mensen vreten toch de goedkoopste kippen! En daarbij hoef je dan minder naar de dokter. Een goede soepkip staat gelijk aan een stevige antibioticakuur.” Nog even en je kan niet meer tegen je dokter zeggen dat je je kiplekker voelt! [4] 
    • Hoewel ik me niet kiplekker voel, ga ik toch op vakantie. Kan ik mij ziek melden in het buitenland en mijn vakantiedagen terugkrijgen?[5]  
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]