klapluis

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord klapluis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord klapluis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je klapluis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord klapluis is hier. De definitie van het woord klapluis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanklapluis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klap·luis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klapluis klapluizen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de klapluism

  1. (scheldwoord) (jongerentaal) politieagent (in de decennia na de Tweede Wereldoorlog)
     Foetsie, kapoerewiet, gefelisiflapstaard, giebelegijntjes, voor spek en bonen, oelewapper, ribbenkast, het soepie, klapluis. Vele van deze Vijftig-woorden bestonden al. Het zijn vooral jongenswoorden, over uit vroegere geslachten.

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. klapluis op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 november 2021 Weblink bron Groot gedenkboek en tentoonstelling : De Laatste Sentimenten uit de Jaren Vijftig in: De Tijd op Wikipedia, jrg. 124 nr. 40087 (9 november 1968), N.V. Drukkerij De Tijd, Amsterdam, p. 23 (Gun U 9) kol. 5