klerikaal

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord klerikaal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord klerikaal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je klerikaal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord klerikaal is hier. De definitie van het woord klerikaal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanklerikaal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kle·ri·kaal
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘geestelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Latijnse 'clericus' of clerus met het achtervoegsel -aal [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord klerikaal klerikalen
verkleinwoord klerikaaltje klerikaaltjes

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

de klerikaalm

  1. iemand die de invloed van de geestelijkheid (clerus) in de maatschappij wil bevorderen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen klerikaal klerikaler klerikaalst
verbogen klerikale klerikalere klerikaalste
partitief klerikaals klerikalers -

klerikaal

  1. de geestelijke stand betreffend
  2. de invloed van de geestelijkheid op het staatkundige voorstaand
50 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]