kling

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kling. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kling, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kling in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kling is hier. De definitie van het woord kling zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankling, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Kling
verschillende vormen van een kling
  • kling
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘lemmet’ voor het eerst aangetroffen in 1574 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kling klingen
verkleinwoord klingetje klingetjes

de klingv / m

  1. (gereedschap) het scherpe deel van een mes, sabel, zwaard of bajonet
    • Verwijlen, vier jaar geleden in de olympische kwartfinale, weet al hoe hij zijn degen voor ‘Londen’ samenstelt. Met een kling van het Franse Blaise Frères, dat degens maakt van hoogwaardig staal met een geheime samenstelling. Dan volgt een titanium kom, ter bescherming van de hand, van Duitse makelij. Daarin een Italiaans viltje, dat een zacht laagje legt voor de vingers. Eronder een ‘pistoolgreep’, ook uit Duitsland. Op de top van het wapen een titanium punt, die de scores elektronisch registreert. De totale waarde: zo’n 150 euro.[3] 
  • Over de kling jagen
Mensen doden, of: mensen zo tot iets dwingen dat ze oververmoeid raken
  • Ja, Andromeda roept herinneringen op aan de vreemde sensatie van vorig jaar: het is No Man's Sky maar dan kogels, kanonnen en ruimtelasers. In de tijd dat je niet een planeet aan het inlijven bent, ben je bezig om je het vege lijf te redden. De gevechten waren in de originele trilogie al prima opgezet, en dat is in Andromeda amper anders, op een mechanisme na dat je eenvoudiger uit dekking aliens over de kling laat jagen. [4]
81 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[5]