klus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord klus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord klus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je klus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord klus is hier. De definitie van het woord klus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanklus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • klus
  • terugvorming uit het verkleinwoord "klusje" dat ontstond uit "klutsje", het verkleinwoord van een oudere betekenis van  kluts zn ; in de betekenis van ‘karwei’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1750 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord klus klussen
verkleinwoord klusje klusjes

de klusm

  1. karwei, in het bijzonder met de hand en met behulp van gereedschap; bij uitbreiding ook andere soorten werkzaamheden
    • De timmerman had die klus snel af. 
  • De klus klaren
vervoeging van
klussen

klus

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klussen
    • Ik klus. 
  2. gebiedende wijs van klussen
    • Klus! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klussen
    • Klus je? 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]


klus monbezield

  1. (paardrijden) draf; gang van paard, en andere viervoeters, sneller dan de stap maar langzamer dan de galop


  • klus

klus monbezield

  1. (paardrijden) draf; gang van paard, en andere viervoeters, sneller dan de stap maar langzamer dan de galop