knibbelaars

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord knibbelaars. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord knibbelaars, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je knibbelaars in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord knibbelaars is hier. De definitie van het woord knibbelaars zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanknibbelaars, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • knib·be·laars

de knibbelaarsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord knibbelaar
     Dat Couperus een fabelachtig talent had, zal wel niemand ontkennen; evenmin, dat zijn talent zeer persoonlijk en voor Holland ‘einmalig’ was; maar dat alles is nog geen verklaring voor zijn wereldnaam, en Van Booven geeft nergens die verklaring, omdat hij, ‘aan de voeten van de meester’ zittend, geen problemen kent en slechts voortdurend polemiseert met Netscher en andere verouderde knibbelaars, die een bestrijding al lang niet meer verdienen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 1 november 2024 Weblink bron In gesprek met de vorigen : Tachtiger, meer dan Tachtiger (31 december 1933) in:
    Menno ter Braak (red. M. van Crevel e.a.)
    Verzameld werk. Deel 4. (1951), G.A. van Oorschot, Amsterdam, p. 78/79