koelie

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord koelie. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord koelie, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je koelie in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord koelie is hier. De definitie van het woord koelie zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankoelie, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • koe·lie
  • Leenwoord uit het Indonesisch Maleis, in de betekenis van ‘dagloner’ voor het eerst aangetroffen in 1642 [1]
  • Een wijdverbreide ontlening aan Hindi-Urdu qulī (Hindi क़ुली, Urdu قلی‎) dagloner [2], via Perzisch قلی‎ (qulī) dienaar uiteindelijk geleend uit een Turkse taal (Proto-Turks *qul slaaf, dienaar), vergelijk Oostturks qul “slaaf”[3], Osmaans Turks قول (modern kul) “dienaar (van een hogergeplaatste, bijv. prins, bey, God)”[4].
enkelvoud meervoud
naamwoord koelie koelies
verkleinwoord koelietje koelietjes

de koeliem [5]

  1. (geschiedenis) (in Azië) ongeschoolde arbeider, sjouwer
  2. loonslaaf
  • Ontlening uit Chinees 苦力 (kǔlì) “zware arbeid” is weinig waarschijnlijk, aangezien de Chinese term een abstracte betekenis heeft.
  • Bengali কুলি (kuli), Tamil கூலி (kūli) “dagloner”, en de benaming van een Gujarati kaste van dagloners zijn eerder leenwoorden uit Hindi-Urdu qulī.
72 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[6]