kokkelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kokkelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kokkelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kokkelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kokkelen is hier. De definitie van het woord kokkelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankokkelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kok·ke·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kokkelen
kokkelde
gekokkeld
zwak -d volledig

kokkelen

  1. inergatief een geluid voortbrengen zoals dat van een hoen
      Daar kwam Belloken buiten en riep op de kiekens:
    - Piep! piep!
    En nu was het een plakken van de pooten, en een waggelen links en rechts van de lompe lijven, en een vooruitwippen van de koppen, daar zij uit hoeken en kanten allen tegelijk naar haar toestoven. En terwijl uit haren voorschoot een maal gezodene aardappelen en gebrokkeld roggebrood nederviel, zoo stonden zij allen rond haar met de staarten omhoog en de bekken beneden te pikken, te zwelgen en te kokkelen.
    [5]
  2. inergatief door houding en aanrakingen innige genegenheid laten blijken
     Het knuffeltje is heerlijk zacht, maar voor ons niet praktisch om het aan de tut vast te maken. Meneertje grijpgraag trekt zo de tut uit z’n mond en krijgt hem er niet terug in. Het knuffeltje is wel heerlijk om te kokkelen en mee te spelen zonder dat ie aan de tut vast zit.[6]
  3. inergatief bepaalde eetbare schelpdieren Cerastoderma edule op Wikispecies verzamelen
     Feitelijk hoort hij nu samen met Taag te kokkelen en niet zinloos boven op de dijk te staan turen, maar Taag, na een heftige woordenwisseling met zijn vader (…), zie: "Neem vandaag maar vrijaf."[7]
55 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[8]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. kokkelen op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. kokkelen op website: Etymologiebank.nl
  5. Bronlink geraadpleegd op 7 juni 2020 Weblink bron
    Juliaan van der Linden
    Het Meiroosken. in: De Vlaamsche School., jrg. 19 nr. 23 (december 1873), A. Fontaine, Antwerpen, p. 175 kol. 1
  6. Bronlink geraadpleegd op 7 juni 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Donja
    “Donja test de Difrax speentjes” (1 december 2014) op deleukstekinderen.nl
  7. Bronlink geraadpleegd op 7 juni 2020 Weblink bron “Ruwe bolsters”, ebook (2018), Zomer en Keuning, Utrecht, ISBN 9789401911252, hfst. 13
  8. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be