kokken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kokken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kokken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kokken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kokken is hier. De definitie van het woord kokken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankokken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kok·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kokken
kokte
gekokt
zwak -t volledig

kokken

  1. kokhalzen
    • Er waren weken dat ik meer dan twee keer per dag moest kokken door het hoesten. 

de kokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kok
73 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • kok·ken
Naar frequentie 5235

kokken, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kokk

kokken, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kokke


  • kok·ken

kokken, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kokk