kolenboer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kolenboer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kolenboer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kolenboer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kolenboer is hier. De definitie van het woord kolenboer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankolenboer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ko·len·boer
enkelvoud meervoud
naamwoord kolenboer kolenboeren
verkleinwoord kolenboertje kolenboertjes

de kolenboerm

  1. (geschiedenis) (handel) (beroep) leverancier van steenkool
    • Morgen komt de kolenboer, sprak moeder, kan ik na afloop weer de hele trap dweilen! 
    • Jan wou kolenboer worden maar kreeg te horen dat dit beroep geen toekomst meer heeft 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be