kook
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kook. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kook, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kook in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kook is hier. De definitie van het woord kook zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankook, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- kook
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kook | - |
| verkleinwoord | - | - |
- de toestand van koken [4]
- Breng de aardappelen nu aan de kook
| vervoeging van |
|---|
| koken |
kook
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koken
- Ik kook.
- gebiedende wijs van koken
- Kook!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koken
- Kook je?
|
|
- Het woord kook staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kook" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[5] |
